Bedragen x € 1.000 | |||||||
Originele begroting | Mutatie | Gewijzigde begroting | Voorjaarsnota | ||||
Onderwijs, jeugd en zorg | 2019 | 2019 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Lasten | 125.390 | 5.896 | 131.286 | 131.917 | 130.036 | 130.035 | 129.835 |
Baten | -9.228 | -1.342 | -10.570 | -11.022 | -10.988 | -10.990 | -10.990 |
Saldo van lasten en baten | 116.162 | 4.554 | 120.716 | 120.895 | 119.048 | 119.045 | 118.845 |
Toevoegingen reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekkingen reserves | -68 | -1.070 | -1.138 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal saldo incl. reserve mutaties | 116.094 | 3.484 | 119.578 | 120.895 | 119.048 | 119.045 | 118.845 |
Autonome ontwikkelingen
In de decembercirculaire gemeentefonds is vanaf 2019 een structurele bijdrage opgenomen van € 0,18 miljoen voor de DU brede impuls combinatiefuncties/ buurtsportcoaches. Daarnaast is er incidenteel geld opgenomen voor 2019 en 2020 (totaal € 2,1 miljoen) voor DU Transformatiefonds sociaal domein jeugd. Het budget is bestemd voor de jeugdregio Zaanstreek-Waterland en bedoeld voor transformatie van de zorg voor jeugd. Inzet is gericht op de doorontwikkeling van de regionale visie op de toegang, terugdringen van crisis- en uithuisplaatsingen en verbinding tussen jeugd- en volwassen GGZ.
Door taakmutaties en bijstellingen van specifieke uitkeringen in de septembercirculaire gemeentefonds zijn de lasten in dit programma omhoog bijgesteld met € 0,1 miljoen in 2019, € 0,3 miljoen in 2020 en € 0,2 miljoen vanaf 2021. Voor deze gemeentefonds mutaties geldt dat de lasten in dit programma zijn opgenomen en de baten in programma 7.
Begrotingsbijstellingen
Als gevolg van prijsstijgingen nemen de lasten voor de WMO toe met € 1,1 miljoen in 2019 en € 1,2 miljoen vanaf 2020. Het volume effect bedraagt voor de WMO € 1,1 miljoen in 2020 oplopend naar € 1,4 miljoen vanaf 2022.
Prijsontwikkelingen in de jeugdzorg zorgen voor een stijging van de uitgaven met € 1,1 miljoen structureel vanaf 2019.
Voor de prijseffecten WMO en jeugdzorg verwacht de gemeente een compensatie van het rijk in de meicirculaire (zie programma 7). Voor een deel van het volume effect heeft de gemeente al eerder dekking apart gezet. Dat valt nu vrij (zie programma 7).
Verder zijn op dit programma de voordelen op het onderwijsachterstandenbeleid als gevolg van de extra rijksmiddelen verwerkt (€ 1,2 miljoen in 2019 aflopend naar € 0,1 miljoen vanaf 2022). Hieruit wordt vanaf 2021 ook het voortzetten van de derde Biebbus gedekt (zie programma 3).
De reserve combinatiefuncties valt eind 2019 vrij (€ 1,0 miljoen) en de structurele lasten zijn vanaf 2020 in de exploitatiebegroting € 0,07 miljoen) opgenomen.
Aan de reserve cliëntondersteuning is in 2018 € 0,1 miljoen toegevoegd. Zaanstad heeft, als een van de veertien koplopers, dit geld van het rijk ontvangen voor lokale onafhankelijke cliëntondersteuning. In 2019 wordt deze reserve onttrokken om de Pilot MEE vervoer en het Zaans Praatcafé voort te zetten.
Een aantal overkoepelende programma’s, zoals actieplan Poelenburg, Maak.Zaanstad, ondermijning en wetswijzigingen, vraagt extra personele inzet van het maatschappelijk domein. Hiervoor wordt de begroting met € 0,3 miljoen vanaf 2020 bijgesteld.
Gemeente en schoolbesturen werken samen aan maatregelen om lokaal de negatieve effecten van het lerarentekort in te dammen. Hiervoor wordt drie jaar achtereen € 0,2 miljoen beschikbaar gesteld.
Besparingen
De realisatie van de Domusvoorziening en opvang Zwerfjongeren kost meer tijd dan gedacht. Daarom zijn de middelen hiervoor in 2019 en 2020 nog niet nodig en vallen ze vrij (€ 0,9 miljoen). Dat geldt ook eenmalig voor de middelen voor Kamers met kansen in 2019 (€ 0,1 miljoen). Daarnaast levert het strakker hanteren van het huisvestingskader (aantal m2 en onderhoud) bij de huisvesting van de wijk- en jeugdteams een besparing op van € 0,06 miljoen in 2019 en 2020 en € 0,2 miljoen vanaf 2022.
Op het gebied van jongerenwerk en veiligheid kan op termijn efficiënter gewerkt worden waardoor een besparing van structureel € 0,3 miljoen mogelijk is.
Tot slot is geconstateerd dat de gemeente al een aantal jaren achtereen € 0,2 miljoen minder uitgeeft aan leerlingenvervoer dan begroot. De begroting wordt hier structureel op bijgesteld.