Voorjaarsnota 2019-2023

Grondslagen begroting 2020 - 2023

Grondslagen begroting 2020 - 2023

Dit hoofdstuk zet de grondslagen en kaders uiteen waarlangs de begroting 2020-2023 wordt uitgewerkt. Hierbij gaat het onder andere om de te hanteren indexpercentages en belastingen en tarieven.

 

Omschrijving

Grondslag

Lonen (incl. sociale lasten)

2,3%

Prijzen

1,5%

Subsidies

0%

Onroerende zaakbelastingen

Toeristenbelasting

1,5%

0%

Overige belastingen

1,5%

Leges en Tarieven

Kostendekkend

Rekenrente

2,0%

Rente grondexploitaties

1,8%

Algemene uitkering

Meicirculaire (in deze Voorjaarsnota: decembercirculaire 2018)

Financiële regels

Coalitieakkoord 2018-2022 en budgetregels

 

Lonen, prijzen en subsidies

Voor de looncompensatie is uitgegaan van loonvoet sector overheid uit het Centraal Economisch Plan 2019. Voor 2020 is dit percentage 2,3%.

Uitgangspunt bij de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2019. Dat is voor 2018 1,5 %.

Het college heeft in het kader van de besparingsopgave besloten de subsidies niet te verhogen met de loon- en prijsindex. Het indexpercentage is daarom nul.

 

Onroerendezaakbelastingen, toeristenbelasting en overige belastingen

Ten aanzien van de onroerendezaakbelasting (OZB) en overige belastingen zijn, met uitzondering van de toeristenbelasting, geen nieuwe afspraken gemaakt. De opbrengsten worden verhoogd met de prijsindex (1,5%). Op grond van het amendement ‘Tarief toeristenbelasting niet indexeren’ is het tarief voor de toeristenbelasting 2020 gelijk gehouden aan dat voor 2019.

 

Leges en tarieven

Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt. De verlaging van de rekenrente heeft een verlagend effect op de kostendekkende tarieven.

 

Rekenrente

De rekenrente is 2,0%. Hiermee wordt de rekenrente 0,3% lager vastgesteld dan bij de begroting 2018, maar blijft deze binnen de marges die het rijk via de BBV-regelgeving voorschrijft. De lagere rente is het gevolg van de aanhoudend lagere rente op de geld- en kapitaalmarkt.

 

Rente grondexploitaties

Het ‘Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten’ (BBV) schrijft voor dat de rente gebaseerd is op de werkelijke rente over het voor de financiering daadwerkelijk aangetrokken vreemd vermogen. Toepassing van dit beginsel heeft in de afgelopen jaren geleid tot een daling van de rekenrente voor grondexploitaties. Voor de begroting 2020 wordt gerekend met een rentepercentage van 1,8%.

ga terug