Voorjaarsnota 2019-2023

Financiële hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen

1.    Financieel meerjarenperspectief 2019-2023

Eind 2018, toen de najaarsrapportage 2018 in de raad werd besproken, heeft het college haar zorgen geuit over het financieel meerjarenperspectief. In de Raadsinformatiebrief 2019/4595 van 4 maart j.l. heeft het college aangegeven dat de gemeente ‘af lijkt te stevenen op een structureel tekort van € 8 -10 miljoen en mogelijk in de jaren 2019 en 2020 nog iets hoger’. Daarbij was aangegeven dat er nog veel onzekerheden zijn en er nog volop gewerkt werd aan de rekening 2018.

Inmiddels is het rekeningresultaat 2018 bekend en zijn de realisaties van dat jaar gebruikt om de meerjarenramingen van uitgaven en inkomsten te actualiseren. Ook de meest actuele inzichten op het gebied van wet- en regelgeving en rijksbijdragen zijn vertaald naar de Zaanse meerjarenbegroting. Dit heeft geleid tot een nieuw financieel meerjarenbeeld, waarbij het structurele tekort uitkomt op € 5 - 6 miljoen. Omdat het college een substantieel tekort al aan het begin van het jaar voorzag, zijn er al vroegtijdig zoekrichtingen voor besparingen benoemd. Op 28 maart jl. heeft de raad hierover doorgesproken en aanvullingen op de zoekrichtingen gedaan.

In deze Voorjaarsnota licht het college de huidige financiële situatie van onze gemeente toe en doet het college voorstellen uit het pakket besparingsmaatregelen dat via de zoekrichtingen geïnventariseerd is. Dit leidt tot een nieuw financieel meerjarenbeeld dat structureel sluitend. Dit is het financieel kader  waarbinnen de begroting 2020-2023 verder uitgewerkt wordt. Voor 2019 leiden de begrotingsbijstellingen tot een gewijzigde begroting 2019.

 

Rekeningresultaat 2018

Het rekeningresultaat 2018 bedraagt € 9,4 miljoen. Onderdeel van dit resultaat is de in de decembercirculaire van het gemeentefonds ontvangen decentralisatie uitkering van € 1,8 miljoen. Deze uitkering is niet vrij besteedbaar en wordt daarom toegevoegd aan de bestemmingsreserve Vooruitontvangen decentralisatie-uitkering AU.

Daarnaast zijn de gemeentelijke risico’s in de jaarrekening geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie is berekend dat een dotatie van € 1,5 miljoen aan de algemene reserve nodig is om aan de minimale ratio van het weerstandsvermogen van 1,4 te voldoen. De dotatie is in deze Voorjaarsnota verwerkt.

Het resterende resultaat van € 6,1 miljoen is, conform vigerend beleid, toegevoegd aan het Investeringsfonds.  

 

Financieel meerjarenperspectief 2019-2023

Uitgangspunt voor de Voorjaarsnota 2019-2023 is het meerjarenbeeld zoals dat is opgenomen in de begroting 2019, aangevuld met jaarschijf 2023. In de volgende tabel staan de in deze Voorjaarsnota voorgestelde begrotingswijzigingen die leiden tot een nieuw financieel meerjarenbeeld.

 

Het financieel meerjarenbeeld is opgebouwd uit:

  1. Autonome ontwikkelingen: niet beïnvloedbare ontwikkelingen, veelal het gevolg van rijksregelgeving of wijzigingen in rijksbijdragen.
  2. Begrotingsbijstellingen ongewijzigd beleid: aanpassingen in de begroting die voorkomen uit actuele inzichten bijvoorbeeld als gevolg van realisaties 2018, correcties op de begroting 2019 of groei van de stad. In de meeste gevallen is hierbij geen sprake van beleidswijzigingen.
  3. Vrijval reserves: Bij de najaarsrapportage 2018 is de vrijval van een aantal reserves door de raad aangehouden om nu bij de voorjaarsnota integraal af te wegen.
  4. Begrotingsbijstellingen beleidsintensiveringen: aanpassingen in de begroting die een uitbreiding van huidig beleid betreffen.
  5. Bij begroting 2019 aangenomen moties: Via de raadsinformatiebrief (2018/39568) heeft het college aangegeven een aantal moties bij de integrale afwegingen van deze voorjaarsnota te willen betrekken.
  6. Besparingsvoorstellen: dit zijn besparingsvoorstellen op grond van de zoekrichtingen die eerder door het college en de raad zijn benoemd.

 

 

 bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

 

Stand begroting 2019

3.124

1.268

-3.518

-4.410

-2.285

1.1

Autonome ontwikkelingen

1.578

2.564

2.481

2.026

1.946

1.2

Begrotingsbijstellingen ongewijzigd beleid

-687

3.879

5.057

5.341

5.511

1.3

Vrijval reserves

-2.563

68

397

397

408

1.4

Begrotingsbijstellingen beleidsintensiveringen

261

661

361

361

161

1.5

Bij begroting 2019 aangenomen moties

220

25

15

15

15

 

Totale financiële opgave

1.933

8.465

4.793

3.730

5.756

 

 

 

 

 

 

 

1.6

Besparingen

-3.355

-5.726

-5.825

-6.854

  -6.876

 

Totaal

-1.422

2.739

-1.032

-3.124

-1.120

 

Onzekerheden bij dit financiële beeld:

Het financieel meerjarenbeeld laat door de opgevoerde besparingen een ruim structureel voordeel zien. Het college hecht eraan hier een flinke winstwaarschuwing bij af te geven. Er is nog een aantal onzekerheden dat grote financiële impact kan hebben.

 

  • Meicirculaire gemeentefonds
    Op 14 mei 2019 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer gestuurd als reactie op de open brief van de VNG over de tekorten op jeugdzorg en GGZ. De minister geeft daarin aan dat het kabinet bereid is om in de komende jaren de gemeenten financieel tegemoet te komen en wil daar inhoudelijke bestuurlijke afspraken met gemeenten aan koppelen gericht op het beter en efficiënter maken van het jeugdhulpstelsel. Er worden in de brief nog geen concrete bedragen genoemd. De VNG is hierover nog in onderhandeling met het Ministerie VWS. Een bijstelling zal (mogelijk) worden verwerkt in de meicirculaire. Echter, we zien ook een forse onderuitputting van de uitgaven van het rijk. Dat zal ook doorwerken in het gemeentefonds en leiden tot een lager accres in de algemene uitkering. Wat per saldo het financieel effect van de meicirculaire voor onze gemeente zal zijn, is daarmee uiterst onzeker. Voorzichtigheidshalve hebben wij met niet meer dan € 1 miljoen als structurele bijdrage voor de jeugdzorg rekening gehouden. De uitkomst van de meicirculaire wordt betrokken bij het opstellen van de begroting.
  • De cao onderhandelingen (nieuwe cao vanaf 1-1-2019) lopen nog. De uitkomsten hiervan zullen effect hebben op de doorrekening van de loonindex.
  • Het college kiest ervoor op een aantal gebieden de inkomsten substantieel te verhogen. Het gaat daarbij om de invoering van een retributie op de Zaanse Schans en bijdragen van ontwikkelaars aan bovenwijkse kosten bij gebiedsontwikkeling. Deze maatregelen zijn potentieel zeer de moeite waard, maar kosten voorbereidings- en uitwerkingstijd en voor een deel zijn we afhankelijk van marktpartijen. Het college gaat hiermee aan de slag en zal bij de begroting 2020 meer duidelijkheid kunnen geven over de haalbaarheid en termijnen.

 

Hieronder worden de ontwikkelingen nader toegelicht.

1.1    Autonome ontwikkelingen

 

bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

Autonome ontwikkelingen

 

 

 

 

 

 

Hogere dividenduitkeringen 2018

-735

 

 

 

 

 

Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland

-762

-400

-400

-400

-400

 

Gemeentefonds, september- en decembercirculaire 2018

1.713

1.504

1.903

1.492

1.412

 

Gemeentefonds, verwachting meicirculaire 2019

1.000

-4.847

-4.891

-4.924

-4.925

 

Loon/prijs indexatie

 

4.945

4.907

4.896

4.897

 

Salarisbegroting gemeenteraad

47

47

47

47

47

 

Aanpassing rekenrente naar 2%

 

1.000

600

600

600

 

Hogere energielasten

315

315

315

315

315

Totaal autonome ontwikkelingen

1.578

2.564

2.481

2.026

1.946

 

Hogere dividenduitkeringen 2018

De netto winst van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) over 2018 bedroeg € 337 miljoen. Dat is meer dan begroot en de bank keert daarom een hoger dividend uit, wat voor Zaanstad een extra opbrengst van € 0,20 miljoen betekent. Dit bedrag komt bovenop de € 0,3 miljoen waarmee Zaanstad vanaf de begroting 2019 structureel rekening houdt.
Alliander heeft over 2018 een hoger resultaat geboekt vooral veroorzaakt door een boekwinst op de verkoop van Allego. Dit zorgt voor een incidentele extra bate van € 0,54 miljoen.

 

Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland (VrZW)

Zaanstad ontvangt € 0,36 miljoen retour op basis van de concept jaarrekening 2018 van de VrZW, waarin een voordelig rekeningresultaat is gepresenteerd. Daarnaast blijkt de begroting van de VrZW € 0,4 miljoen lager te zijn dan wij structureel in de begroting van de gemeente hebben opgenomen. Dit wordt hierbij gecorrigeerd.

 

Gemeentefonds, september- en decembercirculaire 2018

De doorrekening naar 2019 en verder van de septembercirculaire gemeentefonds 2018 resulteert in een nieuwe stand van de algemene uitkering. Op basis van deze circulaire verslechtert het meerjarige financiële beeld. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door onderbesteding van het Rijk in 2018 en in latere jaren door een daling van de geraamde uitgaven van het Rijk door een lagere loon- en prijsontwikkeling dan eerder geraamd.

In bovenstaande tabel is het netto effect voor de Zaanse begroting opgenomen. Dat wil zeggen: de ruimte is gecorrigeerd voor de bijstelling van de decentralisatie-uitkeringen. Decentralisatie-uitkeringen worden in principe besteed aan de beleidsterreinen waarvoor ze bedoeld zijn. Voor een verdere toelichting op de septembercirculaire wordt verwezen naar de raadsinformatiebrief (2018/33457).

De decembercirculaire heeft slechts een beperkte bijstelling van het accres gegeven (€ 0,06 miljoen lagere rijksbijdrage in 2019 en 2020).

 

Gemeentefonds, verwachting meicirculaire 2019

In de najaarsnota van het Rijk is een onderbesteding gemeld van de rijksuitgaven in 2018. Deze onderbesteding zal worden verrekend in de meicirculaire 2019. De verwachte afrekening over jaar 2018 (in 2019) bedraagt voor Zaanstad € 1,0 miljoen. Dit bedrag wordt nu gereserveerd en zal bij de verwerking van de meicirculaire worden verrekend met het werkelijke effect.

In de meicirculaire van het gemeentefonds zal ook een meerjarenraming zijn opgenomen van de accres ontwikkeling voor de jaren na 2019. Vooralsnog houden we rekening met een accresverhoging van circa € 4,9 miljoen voor de ontwikkeling van lonen en prijzen vanaf 2020. De overige ontwikkelingen in het accres zijn nog niet bekend.

 

Loon/prijs indexatie

Op 21 maart 2019 heeft het CPB haar jaarlijks Centraal Economisch Plan gepubliceerd. Hieruit zijn de loon- en prijs indices overgenomen die gebruikt zijn voor de begroting 2020. In totaal leiden de loon- en prijsbijstellingen tot € 4,9 miljoen hogere lasten vanaf 2020. Ook de indexatielasten 2020 van de budgetten sociaal domein (Jeugd, WMO en Participatie) zijn hierin meegenomen. Staand beleid is dat de belastingtarieven worden verhoogd met de prijsindex. Met dit effect, een stijging van de belastinginkomsten, is in de berekening rekening gehouden.

 

Salarisbegroting gemeenteraad

De salarisbegroting van de gemeenteraad is structureel verhoogd (€ 0,05 miljoen). Dit is het gevolg van aanpassingen in de hoogte van salaris en vergoedingen aan raadsleden conform de  voorschriften van het rijk en een toename van het aantal fracties en daarmee de vergoedingen.

 

Aanpassing rekenrente

Door de aanhoudend lage rente op de geld- en kapitaalmarkt moet de gemeente een lagere interne rekenrente hanteren om aan rijksregelgeving te voldoen. De rekenrente wordt daarom vanaf 2020 verlaagd van 2,3% naar 2,0%. Dit heeft tot gevolg dat minder rentelasten doorberekend kunnen worden in de tarieven voor afval, riolen en begraafplaatsen, wat een verlagend effect op de tarieven voor de inwoners van Zaanstad heeft. Voor de gemeente betekent dat echter € 0,6 miljoen lagere inkomsten.

Daarnaast is sprake van een eenmalig nadelig effect van € 0,4 miljoen in 2020. De lange rente ligt stabiel op een laag niveau en zorgt daarmee voor aanhoudende daling van de rekenrente (“dure leningen worden vervangen door goedkope”). Daarmee is de dekking voor rente uit kapitaallasten in 2020 niet toereikend voor de werkelijke rentekosten, wat leidt tot een incidenteel nadeel.

 

Hogere energielasten

De energielasten van de gemeente stijgen naar verwachting met € 0,3 miljoen. De prijs van energie is hoger geworden, onder meer door dat de overheid een stijging van de energiebelasting heeft doorgevoerd om de doelstellingen van het Energieakkoord te behalen. Ook de kosten van opslag van duurzame energie zijn fors gestegen in 2019 om deze doelstellingen nog te kunnen halen.

 

1.2    Begrotingsbijstellingen ongewijzigd beleid

 

bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

Begrotingsbijstellingen ongewijzigd beleid

 

 

 

 

 

1.2.1

Investeringen

 

 

 

 

 

 

Actualisatie investeringsuitgaven

-918

-919

65

142

287

 

De Tref

20

60

50

 

 

 

Inhuur sluiswachters

150

150

 

 

 

1.2.2

WMO, jeugdzorg en BUIG

 

 

 

 

 

 

WMO tweedelijnszorg prijsstijging 2019

1.120

1.205

1.205

1.205

1.205

 

WMO tweedelijnszorg volumestijging

 

1.135

1.285

1.435

1.435

 

Specialistische jeugdzorg prijsstijging 2019

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

 

Specialistische jeugdzorg volumestijging

2.870

3.480

3.480

3.480

3.480

 

Verwachting meicirculaire prijscompensatie WMO en jeugdzorg 2019

-2.200

-2.200

-2.200

-2.200

-2.200

 

Verwachting meicirculaire bijstelling jeugdzorg

-1.000

-1.000

-1.000

-1.000

-1.000

 

Vrijval stelpost gemeentefonds volume groei WMO en jeugdzorg 2020

 

-1.476

-1.476

-1.476

-1.476

 

Ontwikkelingen Buig

-1.886

 

 

 

 

1.2.3

Inkomsten

 

 

 

 

 

 

Hogere rijksbijdrage onderwijsachterstandenbeleid

-1.230

-506

-214

-132

-132

 

Reclameinkomsten

171

 

 

 

 

 

Parkeerinkomsten

-169

-169

-169

-169

-169

 

Lagere erfpacht inkomsten

 

133

133

133

133

1.2.4

Capaciteit en organisatieontwikkeling

 

 

 

 

 

 

Capaciteit voor juridisch advies

126

250

250

250

250

 

Extra brugwachters en veiligheid bruggen

150

195

195

195

195

 

Personele inzet Maatschappelijk domein

 

896

896

896

896

 

Ontwikkelingen salarisbegroting

500

1.000

1.000

1.000

1.000

1.2.5

Overige bijstellingen

 

 

 

 

 

 

Areaaluitbreiding openbare ruimte

69

149

232

257

282

 

Bijstelling baten en lasten kermissen

51

51

51

51

51

 

Exploitatiebijdrage Sportbedrijf

157

157

157

157

157

 

Vertraging digitalisering Post en archief

341

70

 

 

 

 

Duurzaamheidsfonds

-109

 

 

 

 

 

Herverdeling participantenbijdrage recreatieschappen

 

17

17

17

17

 

Sail 2020

 

100

 

 

 

Totaal

         -687

     3.878

5.057

5.341

5.511

 

1.2.1    Investeringen

Actualisatie investeringsuitgaven

Op basis van de werkelijke investeringsuitgaven in 2018 en actuele inzichten zijn de investeringsuitgaven voor 2019 en verder geactualiseerd. Er is sprake van een verschuiving van ruim € 13 miljoen uitgaven naar 2019 en later als gevolg van onderbesteding van uitgaven in 2018. Dit leidt in de eerste jaren tot een voordeel op de kapitaallasten. Een nadeel ontstaat door vertraging in de verduurzamingsmaatregelen waardoor voordelen op de energielasten zich later voordoen.

De investeringen in de onderwijsgebouwen van het primair onderwijs zijn verwerkt conform het voorstel in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 19.1. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf investeringen en het IHP 19.1.

 

De Tref

De huidige sporthal De Tref in de wijk het Kalf is bouwtechnisch op. De hal is in 1976 gebouwd en na een serieuze brand in 1992 hersteld. Sinds de investeringsbeslissing in 2014 over Topsportcentrum de Koog (TC) zijn er geen grote investeringen meer gedaan. Door de bouw van het TC, met een topsporthal en een breedtesporthal, zou er in de gemeente per saldo evenveel zaalruimte beschikbaar zijn. Sporthal De Tref zou daarom niet meer nodig zijn. Een vervangende gymzaal voor de basisscholen in de wijk zou voldoende zijn. Hiervoor is een bedrag van € 1,9 miljoen opgenomen in het meerjareninvesteringsplan (zie bijlage Investeringen).

Momenteel wordt onderzocht in hoeverre een vervangende gymzaal ook in de toekomst voldoende is om sporters en wijkbewoners te kunnen blijven faciliteren met voldoende binnensportaccommodaties, welke alternatieven mogelijk zijn en welke kosten daarmee gepaard gaan. De onderzoekskosten naar de ruimtelijke inpassing van een nieuwe sporthal/gymzaal bedragen € 0,03 miljoen. Het plan is bij de Voorjaarsnota 2020 hierover een besluit voor te leggen aan het bestuur. Tot die tijd moet rekening worden gehouden worden met instandhoudingskosten voor De Tref (€ 0,050 miljoen in 2020 en 2021).

 

Inhuur sluiswachters

Het gereedkomen van de Wilhelminasluis heeft twee jaar vertraging opgelopen. De verwachting is dat het project eind 2020 gereed is. Daarmee is er ook vertraging opgelopen in het overbrengen van de bediening van de sluiswachterhuisjes naar de Centrale Post, waardoor er tijdelijk extra (inhuur) sluiswachters nodig is.

 

1.2.2    WMO en Jeugdzorg

WMO Tweedelijnszorg

De WMO-kosten voor begeleiding zijn in 2018 gestegen en de verwachting is dat deze stijging zich in 2019 en 2020 voortzet.In 2018 was naast een lichte stijging in het volume, ook een toename zichtbaar van de zorgzwaarte, dus de omvang van de ondersteuning. De stijging lijkt samen te hangen met factoren als de vergrijzing en extramuralisering, waardoor in de thuissituatie steeds zwaardere en complexere (Wmo) ondersteuning nodig is. De verwachting is dat deze trend zich in 2019 en 2020 voortzet. Daarnaast is rekening gehouden met een aanzuigende werking van 10% als gevolg van het abonnementstarief dat in 2019 is ingegaan

Voor beschermd wonen blijkt over 2018 sprake van een hoger verzilveringspercentage dan waarvan werd uitgegaan (98% in plaats van 95%). Het verzilveringspercentage is het percentage dat uitdrukt in welke mate de geïndiceerde zorg daadwerkelijk verleend is. Het hoge verzilveringspercentage heeft waarschijnlijk te maken met de aard van de ondersteuningsvorm. De verwachting is dat medio 2019 het aantal plekken beschermd wonen wordt uitgebreid met veertien wat leidt tot extra structurele kosten

Tot slot is de stijgende trend die in 2018 zichtbaar was in de WMO-verstrekkingen ook voor 2019 reëel. Dit betrof het gebruik en daarnaast gewijzigde contractafspraken voor het aanvullend openbaar vervoer. Ook bij de kosten voor hulpmiddelen zagen we een stijging veroorzaakt door noodzakelijke vervangingsinvesteringen van uitstaande hulpmiddelen. Voor 2019 zullen de tarieven op basis van contractafspraken stijgen met gemiddeld 2%. In de loop van 2020 zal een nieuw contract ingaan waarvan op basis van een marktverkenning wordt verwacht dat de tarieven een prijsstijging kennen van 5%. Voor 2019 wordt verder rekening gehouden met een aanzuigende werking op verstrekkingen als gevolg van het abonnementstarief van 10%.

Een deel van de hogere kosten kunnen worden opgevangen binnen het stuurbudget (€ 2,1 miljoen). De resterende hogere uitgaven lopen op van € 1,1 miljoen in 2019 naar € 2,6 miljoen vanaf 2022. Dit kan deels gedekt worden met de verwachte prijscompensatie in de meicirculaire gemeentefonds en de vrijval van de stelpost volumegroei in het gemeentefonds.

 

Specialistische jeugdzorg

Op basis van de realisatiecijfers 2018 zijn de verwachte uitgaven voor de specialistische jeugdzorg bijgesteld. De kosten voor jeugdzorg zijn de komende jaren € 2,9 miljoen tot € 3,4 miljoen hoger dan begroot. Daarnaast is sprake van een prijsstijging van € 1,1 miljoen vanaf 2019. De prijsstijging kan gedekt worden met de prijscompensatie die we van het rijk in de meicirculaire verwachten. Een deel van de volumestijging kan opgevangen worden met de vrijval van de stelpost volumegroei in het gemeentefonds.

 

Verwachting meicirculaire prijscompensatie jeugdzorg en WMO 2019

Met ingang van 2019 is het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein overgeheveld naar de algemene uitkering. Dit betekent dat loon- en prijsontwikkelingen gedekt moeten worden vanuit het accres gemeentefonds. Voor het overgangsjaar 2019 wordt ontwikkeling van prijspeil 2019 nog los toegekend in de komende meicirculaire. In deze voorjaarsnota is deze loon- prijsontwikkeling verwerkt aan de lastenkant van de begroting. Vooruitlopend op de meicirculaire wordt ter dekking hiervan € 2,2 miljoen structureel aan baten geraamd. Dit bedrag is gelijk aan wat Zaanstad in 2018 als prijscompensatie heeft ontvangen.

 

Verwachting meicirculaire bijstelling jeugdzorg

Het rijk heeft aangekondigd de gemeenten financieel tegemoet te willen komen in de kosten voor de jeugdzorg. De VNG is nog in onderhandeling met het Ministerie VWS over het exacte bedrag en de bijbehorende bestuurlijke afspraken. De bijstelling zal worden verwerkt in de meicirculaire. Voorzichtigheidshalve hebben wij met niet meer dan € 1 miljoen als structurele bijdrage voor de jeugdzorg rekening gehouden.

 

Vrijval stelpost gemeentefonds volume groei WMO en jeugd

Met ingang van 2019 is het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein overgeheveld naar de algemene uitkering. Met deze overheveling van het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein moet ook de volume ontwikkeling gedekt worden vanuit het accres van het gemeentefonds. Voorzichtigheidshalve was in de meerjarenbegroting 2019-2022 hier al rekening mee gehouden en is een structureel bedrag van € 1,476 miljoen hiervoor op een stelpost apart gezet. De volume ontwikkelingen zijn in deze voorjaarsnota verwerkt in de ramingen voor de uitgaven WMO en jeugdzorg. Deze stelpost kan daarom nu ook vrijvallen ter dekking van de volumegroei bij WMO en jeugd.

 

Ontwikkelingen Buig

Het aantal uitkeringen is in 2018 sterker gedaald dan verwacht. Dit heeft geleid tot een verlaging van de prognose van het aantal uitkeringen in 2019. Deze aangepaste prognose en een verlaging van de gemiddelde uitkering leiden tot lagere uitkeringslasten in 2019 (- € 2,6 miljoen), waardoor ook een lagere onttrekking aan de reserve Risicobuffer BUIG nodig is (€ 0,8 miljoen). Daarnaast is de rijksbijdrage BUIG voor 2019 aangepast aan de meest recente informatie van het Rijk (- € 0,07 miljoen).

Vanaf 2020 wordt het budget voor de lasten van uitkeringen en loonkostensubsidies gelijk gesteld aan de verwachte rijksbijdrage. Voor 2020 betekent een éénmalige verlaging van de dotatie aan de reserve Risicobuffer BUIG van € 1,0 miljoen.

 

1.2.3    Inkomsten

Hogere rijksbijdrage Onderwijsachterstandenbeleid

In 2019 valt eenmalig € 0,5 miljoen scholingsbudget voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vrij vanwege het wegvallen van de verplichting die de gemeente had in het kader van het convenant harmonisatie. De scholing wordt nu gefinancierd via de verordening VVE 2019 vanuit de rijksuitkering Onderwijsachterstandenbeleid (Oab).

Daarnaast leidt de actualisatie van de meerjarenbegroting VVE tot een aflopend structureel voordeel (van € 0,7 miljoen in 2020 tot € 0,1 miljoen structureel vanaf 2022). In de kaderbrief 2019-2022 is besloten om vanaf 2020 geleidelijk de zomerschool en VVE Poelenburg/Peldersveld te dekken uit de Oab middelen. Doordat de gemeente een hogere rijksuitkering Oab ontvangt dan vorig jaar bekend was, is het mogelijk om de zomerschool en het deel VVE Poelenburg/Peldersveld versneld met ingang van 2019 geheel uit de Oab middelen te dekken.

 

Reclame inkomsten

Door het vervallen van een contract voor het voorzien van reclame uitingen dalen de reclame inkomsten. Deze daling in de vraag naar ruimte voor reclame uitingen wordt niet direct ingevuld door nieuwe aanbieders, waardoor er in 2019 een nadeel ontstaat van € 0,17 miljoen.

 

Parkeerinkomsten

De parkeerinkomsten zijn de afgelopen jaren hoger geweest dan geraamd. De begroting wordt hierop structureel bijgesteld (- € 0,2 miljoen). De daarmee extra benodigde capaciteit om de extra administratieve handelingen te kunnen verrichten wordt door deze opbrengsten gedekt (€ 0,03 miljoen.

 

Lagere erfpachtinkomsten

Vanwege verkoop van erfpachtgrond wijzigen de inkomsten uit erfpachtcanons.

Deze begrotingswijziging (€ 0,13 miljoen) betreft een saldo dat ontstaat vanwege recente verkoop en verwachte verkoop in 2019. Daarbij is ook rekening gehouden met recente nieuwe contracten.

 

1.2.4    Capaciteit en organisatieontwikkelingen

Capaciteit vergunningverlening en juridisch advies

Op verschillende plekken in de organisatie is een tekort aan juridisch deskundigen.

  • Vergunningen moeten wettelijk gezien juridisch getoetst worden. De huidige capaciteit van juridisch adviseurs is ontoereikend om het proces van de vergunningverlening goed te kunnen laten verlopen. Inzet van een extra fte is nodig. Deze wordt niet gedekt uit de leges.
  • Sinds 2018 neemt het aantal bezwaarschriften toe als gevolg van beleidsintensivering op verschillende terreinen, vooral ruimtelijke ordening. Het gaat om meer bezwaarschiften op omgevingsvergunningen door de versnelde woningbouw en door een intensivering van de handhaving  (o.a. Opiumwet, illegale kamerverhuur, ondermijning, onjuist aangeboden afval, evenementen). In 2017 waren er 1078 bezwaarschriften, in 2018 1347 en in 2019 verwachten wij er 1629. Voor deze toename van bezwaar- en beroepszaken zijn 2 fte extra nodig.

 

Extra brugwachters en veiligheid bruggen

Naar aanleiding van het ongeval op de Den Uijlbrug (2015) is een aantal jaren achtereen incidenteel extra capaciteit beschikbaar gesteld om drie burgwachters per dienst op de centrale post te hebben gedurende het hele jaar. Deze maatregel is genomen naar aanleiding van het onderzoeksrapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid over dit ongeval heeft geschreven. Zonder deze extra capaciteit is sprake van een veiligheidsrisico. Daarom wordt voorgesteld het capaciteitsbudget structureel te verruimen (€ 0,15 miljoen per jaar).

Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid is een scanmethode ontwikkeld om de risico's bij de bediening beter in beeld te brengen en de risico's ook in onderlinge relatie met elkaar te beschouwen. Voor het grootste deel van de beweegbare bruggen in Zaanstad is die integrale risico-inventarisatie inmiddels gemaakt. Het uitvoeren van de scans moet regelmatig herhaald worden en leidt tot structurele kosten ad € 0,045 miljoen (0,5 fte).

 

Personele inzet Maatschappelijk domein

… voor overkoepelende programma’s

Voor een aantal overkoepelende programma’s is de benodigde personele inzet van het maatschappelijk domein bij ongewijzigd beleid niet in de begroting opgenomen. Het gaat om de volgende programma’s:

  • Voor de realisatie van het voorzieningenmodel bij gebiedsontwikkeling (en daarmee de voorzieningen op peil en aandacht voor sociale cohesie in het proces) is € 0,1 miljoen extra capaciteit nodig. De groeiambitie van de stad is immers niet alleen een stedelijke opgave, maar ook een maatschappelijke opgave.
  • De wens van college en raad is om de verhoogde inzet in Poelenburg-Peldersveld de komende tien jaar te borgen. Behalve de reguliere inzet vanuit de lijn kost de extra inzet op het programma € 0,1 miljoen.
  • Mede door de toename van het aantal verwarde personen doen partners in de keten zorg en veiligheid (GGD, politie, drangkader, ed.) een veel sterker beroep op de regietaak van de gemeente. De extra benodigde inzet in capaciteit bedraagt € 0,03 miljoen.
  • De ambities in het kader van ondermijning vragen om een aanvullende structurele inzet vanuit het maatschappelijk domein ad € 0,03 miljoen.
  • Door de gemeenschappelijke agenda Jeugd en de Wmo beleidsvisie te temporiseren, komt beleidscapaciteit vrij voor de voorbereidingen op de Wet verplichte GGZ en de Wet inburgering, waar de gemeente nieuwe verantwoordelijkheden heeft gekregen in 2019 en 2020.

 

… voor onderwijshuisvesting

De ambtelijke inzet ten behoeve van de onderwijshuisvesting is sinds 2016 jaarlijks groter geweest dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. Tot nu toe is deze extra inzet gedekt met tijdelijke ruimte elders in de capaciteitsbegroting. Omdat dit niet meer mogelijk is en de huidige ambtelijke inzet voor de onderwijshuisvesting een structureel karakter heeft, wordt de formatie uitgebreid met een kennisspecialist onderwijshuisvesting (€ 0,1 miljoen).

 

… voor het verstrekken van uitkeringen

De ambtelijke organisatie heeft sinds 2014 een bedrijfsvoering die gebaseerd is op een consequent te laag ingeschat aantal uitkeringsgerechtigden en daarmee een te lage ambtelijke capaciteit. Daar komt bij dat de taken en benodigde werknemersprofielen door de afgelopen jaren heen behoorlijk zijn gewijzigd. Dat leidde tot en met 2017 tot een verhoogde inzet van inhuur. Sinds 2014 is er een financieel tekort op de capaciteitsbegroting. Vanaf 2018 is vol ingezet om dit tekort structureel te laten dalen: van een tekort van € 1 miljoen in 2017, tot een geprognosticeerd tekort van circa € 0,5 miljoen in 2019.

Vanaf 2020 kan dit tekort niet verder naar beneden zonder of harde keuzes te maken in de kwaliteit van werken. Voorgesteld wordt de ambtelijke capaciteit uit te breiden voor het verstrekken van uitkeringen (€ 0,5 miljoen).

 

Ontwikkelingen salarisbegroting

De krapte op de arbeidsmarkt en de ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsvoorwaarden hebben een kostenverhogend effect op de salarisbegroting.

  • In deze Voorjaarsnota is uitgegaan van een loonindexatie van 2,3% voor 2020 op basis van de prognose van het CPB. Op dit moment is er echter geen CAO gemeenteambtenaren. Tijdens de laatste besprekingen (medio april) zijn de vakbonden uit de onderhandelingen weggelopen. Op tafel lag een loonbod van 4,9% voor twee jaar. Dit bod was veel lager dan de looneis die door de vakbonden is gesteld.  Het is daarmee onzeker in hoeverre de door het CPB afgegeven prognose van 2,3% de uiteindelijke loonontwikkeling 2020 zal benaderen.
  • Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt en op een aantal plekken in de organisatie heeft Zaanstad moeite met de invulling van functies. Voor sommige functies wordt in de markt meer betaald. Wil Zaanstad het kwaliteitsniveau behouden en op een aantal plaatsen versterken dan zal dit aanvullend budget vragen. Vanuit de gehele organisatie komen verzoeken voor herwaardering van functies, zowel voor de hogere als lagere functieschalen, vanwege het complexer worden van het werk.
  • Zaanstad heeft in het verleden de reiskostenregeling afgeschaft in het kader van het behalen van een taakstelling. Mede gezien het feit dat het verlof in de CAO vanaf 2020 wordt teruggebracht en onder druk van de bonden is een sobere reiskostenregeling vanuit onze arbeidsmarkt positie aan te raden.

Om de uitkomsten van bovenstaande ontwikkelingen op te kunnen vangen wordt voorgesteld het salarisbudget te verruimen met € 0,5 miljoen in 2019 en € 1 miljoen vanaf 2020.

 

1.2.5    Overige ontwikkelingen

Areaaluitbreiding openbare ruimte

Op diverse plaatsen in Zaanstad is sprake van areaaluitbreiding of hogere kosten voor beheer en onderhoud als gevolg van aanpassingen van de openbare ruimte. Hiervoor is een extra budget nodig van € 0,07 miljoen in 2019 oplopend tot € 0,3 miljoen in 2023.

 

Bijstelling baten en lasten kermissen

De begrote lasten en baten van de kermissen (€ 0,05 miljoen) worden in lijn gebracht met de werkelijke baten en lasten.

 

Exploitatiebijdrage Sportbedrijf

In de najaarsrapportage 2018 is een correctie gedaan op de exploitatiekosten van het Sportbedrijf. Deze correctie blijkt structureel noodzakelijk om aan te sluiten bij de exploitatie-overeenkomst met het Sportbedrijf. Het gaat om de onderdelen: gymuren basisonderwijs (€ 0,1 miljoen) en de exploitatie van de sporthallen en gymzalen (€ 0,06 miljoen).

 

Vertraging digitaliseren Post en archief

In het organisatierapport transitie DIV-functie van 27 juni 2016 is een formatiekrimp tot en met 2020 opgenomen voor de afdeling Post- en Archiefzaken, als gevolg van verdergaande digitalisering in de organisatie. De afbouw van formatie loopt over meerdere jaren en is nog niet gereed. De in de begroting opgenomen formatiekrimp voor 2019 en 2020 moet worden getemporiseerd door het achterblijven van de geprognotiseerde digitalisering in de organisatie. Hierdoor is de inzet van de specialisten in deze periode nog essentieel is (€ 0,34 miljoen in 2019 € 0,07 miljoen in 2020).  

 

Duurzaamheidsfonds

Op basis van een analyse van de benodigde middelen in het Duurzaamheidsfonds is geconstateerd dat een bedrag van € 0,1 miljoen niet meer gereserveerd hoeft te worden en kan vrijvallen.

 

Herverdeling participantenbijdrage recreatieschappen

Als gevolg van de herverdeling van de participaties van het recreatieschap Alkmaarder-, Uitgeestermeer en Buitenlanden is de bijdrage van deelnemers vanaf 2020 gewijzigd. De bijdrage van de provincie Noord Holland is verlaagd en afgesproken is dat de overige deelnemers en dus ook Zaanstad meer gaan bijdragen (€ 0,02 miljoen).

 

Sail 2020

Om de kosten voor het evenement Sail 2020 te dragen is er een eenmalig budget nodig om de standaard verkeersmaatregelen, coördinatie met andere gemeenten en het plaatsen van drang- en veiligheidshekken in te regelen rondom veiligheid van bezoekers aan dit evenement (€ 0,10 miljoen). Dit zijn onvermijdelijke kosten die gepaard gaan met een dergelijk evenement, ook als de gemeente geen extra festiviteiten rondom Sail organiseert.

 

1.3    Vrijval reserves

Bij de najaarsrapportage 2018 heeft het college een voorstel gedaan om enkele reserves (deels) vrij te laten vallen. Het college staat nog steeds achter dit voorstel. Reserves die al enige tijd niet meer nodig zijn geweest of geen concrete bestemming (meer) hebben vallen vrij. Dat geldt voor de reserves Fonds beeldende kunst, Zaanverbinding, Cofinanciering Hembrugterrein en een deel van de reserve Werkgelegenheidsprojecten. Voor enkele reserves geldt dat er sprake is van een nieuwe situatie waardoor heroverweging aan de orde is. Dat geldt voor de reserves Synagoge en Popactiviteiten “De Flux”. Tot slot zijn er reserves waarbij gerichte keuzes ten aanzien van de inzet van middelen zijn gemaakt, waardoor minder geld nodig is. Dat geldt voor de reserve Duurzaamheidsfonds en Gemeentelijk adviesbureau funderingen.

Ten opzichte van de najaarsrapportage is de vrijval uit de reserve Duurzaamheidsfonds aangepast, omdat er in 2018 meer is onttrokken dan toen werd voorzien en omdat de afspraak om € 125.000 te bestemmen voor de kwaliteitsverbetering bestaande woningbouw over het hoofd was gezien. Daarnaast is de vrijval uit de reserve combinatiefuncties toegevoegd. Op 20 juni 2019 heeft de raad per amendement besloten de reserve Herplant bomen niet vrij te laten vallen.

Het gaat om de volgende reserves:

 bedragen * € 1.000

Jaar van opheffen ultimo

Vrijval bij narap 2018

Aanpassing

Vrijval bij VJN 2019

Fonds beeldende kunst

2019

-180

-

-180

Zaanverbinding

2019

-65

-

-65

Cofinanciering Hembrugterrein

2019

-10

-

-10

Popactiviteiten “De Flux”

2019

-208

-

-208

Synagoge Zaandam

2019

-300

-

-300

Herplant bomen

n.v.t.

-100

100

0

Duurzaamheidsfonds

2023

-508

+272

-236

Werkgelegenheidsprojecten

2021

-117

-

-117

Reserve openbare ruimte

2022

-372

-

-372

Gemeentelijk adviesbureau funderingen

n.v.t.

-102

-

-102

Egalisatie begroting

n.v.t.

-3

-

-3

Combinatiefuncties

2019

0

-970

-970

Totaal

 

-1.965

-598

-2.563

 

De analyse van de reserves bracht ook aan het licht dat enkele taken, die nu nog uit reserves gedekt worden, structureel in de begroting moeten worden opgenomen. Het gaat daarbij structurele uitgaven die, voor een solide financieel beleid, ook met structurele middelen gedekt moeten worden. Het gaat om de dekking van gladheidsbestrijding en combinatiefuncties. De totale financiële gevolgen zijn daarom:

 

Vrijval reserves

 

bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

 

Vrijval reserves

-2.563

 

 

 

 

 

Gladheidsbestrijding

 

 

329

329

340

 

Combinatiefuncties

 

68

68

68

68

Totaal

-2.563

68

397

397

408

 

Instandhouding overige bestemmingsreserves

Er is ook een aantal bestemmingsreserves waarbij het college besloten heeft dat deze niet voor vrijval in aanmerking komen. Het gaat dan om reserves

  • die gevoed zijn met rijksmiddelen, waarbij de bestemming voorgeschreven is door het rijken de gemeente verantwoording moet afleggen over de inzet van de middelen. Het gaat dan om reserves als de WAP Poelenburg, de reserve Bodembeheer en de reserve Nieuwkomers.
  • die meerjarig dekking bieden aan lasten die vastliggen in de begroting (afschrijvingslasten en kapitaallasten), zoals de reserve Sport a fonds perdu en de reserve Afschrijvingslasten
  • die een min of meer structureel karakter hebben. Het gaat dan om reserves als de algemene reserve, het Investeringsfonds, het Transformatiefonds en de reserve Infrastructurele werken.
  • die gebruikt worden ter egalisatie of het afdekken van een zeker risico, zoals de reserve risicobuffer BUIG, de reserve herstructureringskosten Baanstede en de reserve Omgevingswet.

 

Hieronder volgt een toelichting per reserve, waarbij een (gedeeltelijke) vrijval wordt voorgesteld.

 

Reserve Fonds beeldende kunst

De reserve Fonds beeldende kunst kent zijn oorsprong in de cultuurnota 2005-2008. De reserve is bedoeld voor de (co)financiering van langlopende kunstprojecten en als egalisatie omdat kunstprojecten versnellen of vertragen. Tevens wordt de reserve ingezet ter dekking van achterstallig onderhoud van Zaanse kunstprojecten. In 2015 heeft er voor het laatst een onttrekking aan de reserve plaatsgevonden. Sindsdien bevat de reserve € 180.000. Er is geen actueel bestedingsplan en geen concreet doel. Het achterstallig onderhoud aan beeldende kunst kan binnen het reguliere exploitatiebudget (€ 0,15 miljoen) worden uitgevoerd. De reserve kan vrijvallen en opgeheven worden.  

 

Reserve Zaanverbinding

De reserve Zaanverbinding is in 2013 gevormd en in de jaren tot 2015 gevoed tot in totaal € 270.000. Er is tot met 2017 € 205.000 aan onttrokken. In 2017 is de bootverbinding aanbesteed en gegund aan rederij Lee. Met een bijdrage uit de reserve heeft de gemeente aan haar verplichtingen zoals opgenomen in deze concessie voldaan. De concessie is geldig tot 1 januari 2022. Het doel van de reserve is gerealiseerd. Er resteert nog € 65.000 in de reserve dat kan vrijvallen.

 

Reserve Cofinanciering Hembrugterrein

De reserve cofinanciering Hembrugterrein is in 2011 gevormd. De reserve is bestemd voor het monumentenbehoud op dit terrein. Eind 2018 zat er nog € 141.000 in de reserve. Voor Parels Rijgen is nog een uitgave van € 10.000 in 2019 begroot ten behoeve van het wind- en waterdicht maken van gebouwen. Een bedrag van € 120.000 wordt ingezet voor activiteiten rondom verdere ontsluiting van het Hembrugterrein. De resterende €10.000 kan vrijvallen en de reserve kan worden opgeheven.

 

Reserve Popactiviteiten “De Flux”

In 2015 en 2016 is de reserve Popactiviteiten “de Flux” gevormd voor € 208.000 op basis van de besluiten cultuurcluster 2013/26 en 2016/259478. De middelen waren bestemd voor een nieuw poppodium. Inmiddels vindt een complete heroriëntatie van en visie op het culturele klimaat in Zaanstad plaats. Het totale financiële kader voor de nieuwe visie is onderdeel van de integrale afweging in deze voorjaarsnota. Daarin is het voorstel € 1,3 miljoen van de vrijvallende kapitaallasten cultuurcluster beschikbaar te houden voor cultuur en € 0,5 miljoen ten gunste van de algemene dienst te brengen. Afweging voor een poppodium worden binnen dit financiële kader gemaakt. De reserve valt daarom vrij en wordt opgeheven.

 

Reserve Synagoge Zaandam

De reserve Synagoge Zaandam is in 2015 gevormd voor € 0,3 miljoen en daarna niet meer gewijzigd. Doel van de reserve was een bijdrage te kunnen leveren om samen met externe partijen en de gemeente – die vertegenwoordigd is in de Stichting Vrienden van de Zaanse Synagoge - zorg te dragen voor herstel van de synagoge in oude luister. In januari 2019 is de synagoge verkocht. Op dit moment kan de reserve vrijvallen en opgeheven worden. De vrijval ontslaat het college er uiteraard niet van om de motie voor eerherstel zoals die in 2010 door de raad is aangenomen uit te voeren. Mocht de nieuwe eigenaar een concreet plan voor eerherstel hebben en een bijdrage van de gemeente vragen, wordt een apart voorstel voor dekking aan de raad voorgelegd.

 
Reserve Duurzaamheidsfonds

Ultimo 2018 resteert in de reserve Duurzaamheidsfonds € 2.265.000. Over de inzet van de reserve gelden de volgende afspraken:

  • Proceskosten Zaans Energie Agenda 2019 en 2020 (€ 750.000 per jaar)
  • Nul–op-de-meter-regeling: van de oorspronkelijke € 300.000 is nog € 254.000 beschikbaar
    De raad heeft hier een motie over aangenomen: maak de regeling toegankelijker. Een voorstel hiervoor wordt momenteel voorbereid.
  • ZMC –vergoeding frictiekosten ZMC aansluiting op warmtenet (€ 150.000). Dit is niet meer aan de orde, wel is het bedrag mogelijk wenselijk om frictiekosten van de ontwikkelaar van Oostzijderveld af te dekken.
  • Kwaliteit bestaande woningbouw 2019: hiervoor is een bedrag van € 125.000 beschikbaar.

In totaal gaat het om € 2.029 dat nog beschikbaar moet zijn in de reserve. De resterende € 236.000 kan vrijvallen.

 

Reserve Werkgelegenheidsprojecten

De reserve werkgelegenheidsprojecten is bij de jaarrekening 2012 gevormd met het doel de druk op de bijstand in Zaanstad ‘te lijf’ te gaan met een pakket aan intensiveringsmaatregelen. Ultimo 2018 was de reserve € 749.000 groot. Er zijn tot en met 2020 concrete uitgaven begroot voor € 632.000. Dit betreft projecten als ’t Lokaal, het versterken van instroom in de zorg, SHIP en de Uitvoering van ESF. Een bedrag van € 117.000 heeft nog geen concrete bestemming. Dit bedrag kan vrijvallen en de reserve kan eind 2020 opgeheven worden.

 

Reserve openbare ruimte

Bij de begroting 2012 (3011/51) en amendement 53His besloten om tot en met 2020 jaarlijks € 339.000 aan de reserve Openbare ruimte te onttrekken voor de gladheidsbestrijding (beleidsplan 2011/256768). Daarnaast wordt tot en met 2022 jaarlijks € 11.000 onttrokken voor de exploitatielasten van het DRIS informatiesysteem. De DRIS panelen zijn met bijdragen van de Provincie gerealiseerd en de gemeente heeft instandhoudingsplicht tot en met 2022.

De kosten voor gladheidsbestrijding zijn structurele kosten. Deze kosten worden daarom na afloop van bovengenoemde termijn structureel in de begroting gedekt. In 2019 vindt een actualisatie van het beleid gladheidsbestrijding plaats. Indien dit financiële consequenties heeft, wordt dat bij de Voorjaarsnota 2020 afgewogen.

 

Reserve Gemeentelijke adviesbureau funderingen

De reserve Gemeentelijk adviesbureau funderingen wordt ingezet om verbetering van funderingen van woningen te stimuleren. In 2017 heeft de raad het besluit genomen (2017/31746) om € 352.000 uit de reserve GAF te onttrekken voor de pilot BKZ. Daarnaast heeft de raad het plan van aanpak verbetering kwaliteit bestaande woningvoorraad (2017/12004) vastgesteld, met een sluitende financiële paragraaf, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze reserve. Hiermee blijft een bedrag van € 0,102 miljoen achter in de reserve dat kan vrijvallen. De resterende € 0,2 miljoen blijft beschikbaar voor de aanpak van funderingsproblematiek in het bijzonder in de Zeeheldenbuurt.

 

Reserve Egalisatie begroting

De egalisatiereserve begroting is bij de jaarrekening 2014 gevormd en wordt gebruikt om de saldi van de begroting over meerdere jaren te verevenen. Het bedrag van € 3.000 betreft afronding en kan vrijvallen.

 

1.4    Begrotingsbijstellingen beleidsintensiveringen

 

bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

Begrotingsbijstellingen beleidsintensiveringen

 

 

 

 

 

Beleid op schaarse vergunningen en evenementen

42

83

83

83

83

 

Woonschepenverordening

80

 

 

 

 

 

Aanpak lerarentekort

 

200

200

200

 

 

Zaancampus

100

300

 

 

 

 

Ondersteuning vrijwilligers organisaties

40

40

40

40

40

 

Amendement verhoging fractiebudget

 

38

38

38

38

Totaal

261

661

361

361

161

 

Beleid op schaarse vergunningen en evenementen

Het beleid op de schaarse vergunningen (shishalounge-, coffeeshopbeleid, vuurwerkverkoop, seksinrichtingen) is opnieuw vastgesteld. Hiermee worden de vergunningen voor een bepaalde tijd verleend, hetgeen betekent dat het vergunningverleningstraject voor iedere vergunning steeds opnieuw moet worden opgestart. Dit vergt extra capaciteit (0,6 fte). De hiermee gemoeide lasten zijn voor 2019 € 0,02 miljoen en voor 2020 en verder € 0,05 miljoen.

Ook het evenementenbeleid is opnieuw vastgesteld. Gegeven de taakverzwaring bij vergunningen door de aanpassing van dit beleid is een beperkte uitbreiding (0,4 fte) van formatie noodzakelijk ten behoeve van de vergunningenverlening én de ondersteuning en het voorzitterschap van het evenementenoverleg. De hierbij behorende lasten (2019: € 0,02 miljoen, vanaf 2020 een verder € 0,03 miljoen) worden niet gedekt vanuit de leges.

 

Woonschepenverordening

Het op orde brengen van het dossier rondom woonschepen is urgent geworden. Actueel beleid en regelgeving ontbreekt. Dat zorgt ervoor dat handhaven op illegale en ongewenste situaties moeilijk is en dit kan gewenste gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld in het kader van MAAK.Zaanstad, bemoeilijken. De risico’s die hiermee gepaard gaan worden nader in beeld worden gebracht. Daarnaast is het vanwege een goede implementatie van de Omgevingswet noodzakelijk om ook dit beleid en bijbehorende verordening op orde te hebben. De woonschepenverordening gaat integraal onderdeel uitmaken van de Zaanse verordening voor de fysieke leefomgeving. Voor het opstellen van deze verordening is de inzet van een jurist vak-/visiespecialist nodig en een beperkt onderzoeksbudget (€ 0,08 miljoen).

 

Aanpak lerarentekort

Het lerarentekort is een landelijk probleem dat ook in Zaanstad grote effecten heeft. De oplossing van het lerarentekort is in hoofdzaak de wettelijke verantwoordelijkheid van het Rijk. Het Rijk is verantwoordelijk voor arbeidsvoorwaarden, de wetten en regels, de opleidingsinstituten. De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren maatregelen getroffen in de aanpak van het probleem, maar deze zijn niet afdoende. In tegendeel, de prognoses laten groei van het tekort zien. De gemeente is verantwoordelijk voor het realiseren van huisvesting, een lokale educatieve agenda en – samen met de schoolbesturen - voor onderwijsachterstandenbeleid. De gemeente heeft geen wettelijke verantwoordelijkheid voor de aanpak van het lerarentekort. Het maatschappelijk effect van het lerarentekort is zo groot dat niks doen geen optie is. In de motie aanpak lerarentekort Zaanstad (6 december 2018) heeft het college opdracht gekregen om  te onderzoeken hoe de gemeente toch een bijdrage kan leveren. Daarom werken gemeente en schoolbesturen samen aan maatregelen om lokaal de negatieve effecten van het lerarentekort in te dammen. Er worden middelen gereserveerd om de komende drie jaren maatregelen uit te voeren die aansluiten bij de rollen, verantwoordelijkheden en kaders van partijen.

 

Zaancampus

Het realiseren van de Zaancampus vraagt een grote inzet van  bedrijfsleven, het onderwijs en de overheden (gouden driehoek). Inmiddels hebben zich ruim 80 bedrijven gemeld om in de Zaancampus te participeren. Vanuit het onderwijs zijn OVO Zaanstad en het Regiocollege direct betrokken en zijn Clusius college, Horizon college, Amsterdam Green Campus en InHolland volgend. Samen met de grote industrie wordt gekeken naar toekomstige doorontwikkeling van de Zaancampus tot een kennis- en expertisecentum voor de procesindustrie. Tevens zal worden onderzocht hoe de zogenaamde Hogeschool voor de Handen, waarin de Zaanse ambachtelijke tradities toekomstbestendig kunnen worden gemaakt, binnen de plannen voor de Zaancampus een plek kan krijgen. Ook van de overheden zal een bijdrage gevraagd worden in het voortzetten van de bestaande uitgezette doorlopende leerlijnen en om-, bij- en herscholingen, de uitbouw van de samenwerking in de gouden driehoek plus de realisatie van de Zaancampus. Hiervoor is € 0,1 miljoen in 2019 en € 0,3 miljoen in 2020 opgenomen.

 

Ondersteuning vrijwilligers organisaties

Zaanstad stimuleert, ondersteunt en waardeert haar vrijwilligers en initiatiefnemers. Het college wil daarom structureel € 0,04 miljoen vrijmaken voor versterking van vrijwilligers(organisaties) en komt bij de begroting 2020 met een nadere uitwerking.

 

Amendement verhoging fractiebudget

Op 20 juni 2019 heeft de raad via een amendement ingestemd met een verhoging van het fractiebudget. Hiermee kunnen onder meer trainingen worden gegeven en medewerkers van een vergoeding worden voorzien.

 

1.5    Bij begroting 2019 aangenomen moties

In december 2018 heeft het college een raadsinformatiebrief (2018/39568) aan de raad verstuurd waarin is toegelicht hoe het college uitvoering gaat geven aan de door de raad aangenomen moties. Daarbij is onderscheid gemaakt in moties die uitgevoerd kunnen worden binnen huidige beleids- en financiële kaders en moties met een mogelijk financiële of beleidsmatige impact. Bij deze laatste groep moties heeft het college in de brief aangegeven dat ‘in het licht van de financiële situatie het college verwacht de moties die gepaard gaan met extra uitgaven niet over te kunnen nemen’. Het college heeft toegezegd de uitvoering van deze moties integraal af te wegen bij de Voorjaarsnota 2019.

 

Het gaat om de volgende moties en voorstel voor uitvoering:

Nummer

 

Naam

Motie wordt ja/nee uitgevoerd

Motie 9.1

Het zichtbaar maken van Zaans Erfgoed

Ja, met toekenning van extra middelen

Motie 10

Opleiden en aanstellen klimaat coaches

Ja, met toekenning van extra middelen

Motie 19

Antispeculatiebeding (nieuwbouwwoning)

Ja, zonder extra middelen

Motie 21

Gebruik crisiskaart

Ja, zonder extra middelen

Motie 25.1

Spreiding van accommodaties voor toeristen

Ja, binnen de (financiële) mogelijkheden

Motie 27.1

Bestrijding armoede bij kinderen

Ja, zonder extra middelen

Motie 28

Realisatie openbaar toilet

Ja, met toekenning van extra middelen

Motie 29

Duurzaam slopen

Nee

Motie 36

Privacy balie UWV-gemeente

Ja, binnen de (financiële) mogelijkheden

Motie 52

Versnelde reductie wachtlijsten (tijdelijke huisvesting)

Ja, met toekenning van extra middelen

 

Toelichting
Motie 9.1 : Het zichtbaar maken van Zaans erfgoed

De motie draagt het college op kennis te nemen van het plan Historische beelden in te zetten in de strijd tegen graffiti van Historische Vereniging Zaandam, de financiële haalbaarheid van bestickering van o.a. nuts-objecten met historisch beeldmateriaal te onderzoeken en hiervoor een uitvoeringsplan op te stellen in samenspraak met de historische verenigingen van de Zaanstreek. Financiële dekking kan worden gezocht in de besparing van verwijderingskosten van graffiti.

Momenteel wordt geïnventariseerd welke objecten voor bestickering met historisch beeldmateriaal geschikt zijn, wie de eigenaar is en wat de kosten hiervan zijn. Omdat de objecten niet in gemeentelijk bezit zijn vergt dit enige tijd. Daarnaast wordt gekeken of er toestemming verkregen kan worden om de nutsobjecten te beplakken. De kosten zijn eenmalig en worden ingeschat op € 10.000. Het voorstel is dit bedrag op te nemen in de meerjarenbegroting.

 

Motie 10 : Opleiden en aanstellen klimaatcoaches

De motie draagt het college op klimaatcoaches te benoemen en te onderzoeken waar financiële ruimte gevonden kan worden voor trainingen en de klimaatcoaches een financiële vergoeding te bieden.

Het aanbod van klimaat- en energiecoaches kan worden gerealiseerd door geconsulteerde partijen. De kosten 'Energiecoaches voor huurders' is opgenomen in de prestatieafspraken tussen de gemeente, corporaties en huurders. De klimaatcoach brengt circa € 25.000 kosten per jaar met zich mee. Deze kosten worden in de jaren 2020 t/m 2023 gedekt uit het Duurzaamheidsfonds.

 

Motie 19 Antispeculatiebeding (nieuwbouwwoning)

De motie roept het college op beleid te ontwikkelen dat het speculeren met nieuwbouwwoningen tegengaat.

Met enkele gemeenten in de regio die met soortgelijke ontwikkelingen te maken hebben, is gesproken over mogelijkheden om speculatie met nieuwbouwwoningen tegen te gaan. Voorlopige conclusie is dat een zelfbewoningsplicht voor de meest schaarse nieuwbouwwoningen – betaalbare en middeldure koopwoningen en woningen in de vorm van zelfbouw – het meest voor de hand ligt. Dit wordt meegenomen bij de actualisatie van het Uitvoeringsprogramma Wonen 2019-2024. De uitvoering van de motie kost geen extra budget.

 

Motie 21 : Gebruik crisiskaart

De motie draagt het college op om samen met de GGD Zaanstreek-Waterland het gebruik van een crisiskaart te bevorderen.

De eerste stappen om gebruik van de crisiskaart te realiseren zijn uitgewerkt. De motie wordt uitgevoerd zonder extra middelen.

 

Motie 25.1 : Spreiding accommodaties toeristen

De motie draagt het college op om met een hotelbeleid te komen om te kijken hoe een betere spreiding van hotels kan bijdragen aan het ontwikkelen van de stad en een regeling te ontwerpen dat aan Airbnb’s (of andere overnachtingsmogelijkheden) een maximum aantal van 30 overnachtingen stelt.

De hotelmarkt heeft behoorlijke groeistuipen in Zaanstad door de (verwachte) groei van het toerisme en de terughoudendheid van Amsterdam voor nieuwe projecten. De focus van de markt ligt vooral op Zaandam-Centrum. Spreiding is het devies in de gemeente en in de regio. Nieuwe hotelinitiatieven worden zoveel mogelijk verspreid in de stad en er wordt onderzocht hoe het toerisme nog meer door de stad verspreid kan worden. Daarvoor wordt met iedere initiatiefnemer een gesprek gevoerd om bovenstaande aandachtspunten mee te geven. Het stellen van maximum (of beperkingen) aan particuliere vakantieverhuur is niet mogelijk omdat het aanbod nog niet inzichtelijk is. Er wordt gewerkt aan mogelijkheden om het aantal nachten te beperken en middels registratie van de overnachtingen meer grip te krijgen op de verhuur. Vanuit het Ministerie van BZK wordt er gewerkt aan een aanpassing van de huisvestingswet die dit mogelijk maakt.

Het college zet op deze manier in op de spreiding van hotels en toerisme en het opstellen van regels voor particuliere vakantieverhuur. De effecten van deze acties worden eerst afgewacht, alvorens verdere maatregelen te nemen.

 

Motie 27.1 Bestrijding armoede bij kinderen

De motie draagt het college op om in de Uitvoeringsagenda Armoedebestrijding 2019 de ambitie op te nemen dat de armoede onder kinderen drastisch verminderd wordt.

In de Agenda Armoede wordt ruime aandacht besteed aan armoede bij kinderen. Er acties opgenomen specifiek gericht op het kind, zoals het project ‘Get A grip’, waarbij jongeren met schulden geholpen worden door het opkopen van schulden door de gemeente, waardoor de jongere alleen nog een betalingsverplichting heeft aan de gemeente. Daarnaast wordt de jongere begeleiding geboden. Daarnaast is er aandacht voor financiële educatie aan kinderen en wordt er een behoefteonderzoek uitgevoerd naar kinderen in armoede. De projecten worden binnen het beschikbare budget voor de Agenda Armoede uitgevoerd.

 

Motie 28 : Realisatie openbaar toilet

De motie draagt het college op om bij de Voorjaarsnota 2019 met een voorstel te komen voor de realisatie van een genderneutraal, rolstoeltoegankelijk en 24 uur beschikbaar toilet in het kernwinkelgebied.

Het college streeft ernaar om eind 2019 in de Rozenhof een bewaakte fietsenstalling te realiseren, inclusief een openbare toiletvoorziening die ook geschikt is voor minder validen. De fietsenstalling is gericht op het winkelend publiek en op het uitgaanspubliek. De exacte openingstijden worden later vastgesteld. Aan de stichting Binnenstad Management is gevraagd om ondernemers te activeren hun toiletvoorziening voor winkelend publiek beschikbaar te stellen door zich aan te melden bij de app HogeNood zodat mensen kunnen zien waar ze terecht kunnen. De realisatie van de toiletvoorziening in het winkelgebied vindt plaats binnen het investeringskrediet voor de fietsenstalling. De jaarlijkse schoonmaakkosten zijn echter nog niet gedekt. Het voorstel is voor deze kosten extra middelen in de meerjarenbegroting op te nemen.

 

Motie 29 : Duurzaam slopen

De motie roept het college op om de sloop van gebouwen uitsluitend te laten verrichten door bedrijven die zich inzetten om bestaande materialen zoveel mogelijk te hergebruiken en bij nieuwbouw zo (veel) mogelijk gebruik te maken van materialen met een materialenpaspoort.

Het college acht de uitvoering van deze motie op dit moment te kostbaar. In het licht van de besparingsopgave waar Zaanstad op dit moment voor staat, stelt het college voor deze motie niet uit te voeren,

 

Motie 36 : Privacy balie UWV-gemeente

De motie draagt het college op te onderzoeken of de werkwijze met doorverwijzingen en de open balies voldoet aan de wetgeving van de AVG, ervoor te zorgen dat er geen privacy gevoelige onderwerpen worden besproken bij de open balies en ruimte vrij te maken om deze onderwerpen in  een gesloten ruimte te kunnen bespreken en aan de raad terug te koppelen met welke oplossingen  de privacy van bewoners worden gewaarborgd.

Er zijn vier extra spreekkamers nodig om ten alle tijden op aangeven van de bezoeker of de medewerker een spreekkamer beschikbaar te hebben. De kosten hiervan bedragen ca. € 0,2 miljoen.

Een alternatief is een viertal balies te voorzien van akoestisch verhoogde en verlengde schotten en panelen. Hierdoor ontstaat geen volledig afgesloten ruimte, maar zal het gevoel van privacy toenemen. De kosten voor het aanpassen van vier bestaande balies zijn ca. 20.000 euro. Het college heeft dit alternatief direct in uitvoering genomen en blijft de privacybeleving monitoren. De kosten zijn binnen bestaande middelen gedekt. De raad is via een RIB (2019/4078) geïnformeerd. Mocht daar aanleiding voor zijn dan worden verdergaande aanpassingen op een later moment ter besluitvorming voorgelegd.

 

Motie 52 : Versnelde reductie wachtlijsten

De motie draagt het college op om op korte termijn te onderzoeken waar en hoe (onorthodox) in 2019 (en 2020) in elk Zaans dorp en in Zaandam, in de vorm van tijdelijke wooneenheden en te transformeren kantoorruimte, de wachtlijsten voor Zaanse starters en ouderen kunnen worden gereduceerd.

Op basis van een quick-scan is een locatie-onderzoek gestart en een shortlist van potentiële locaties opgesteld.  Voor de volgende stap, het uitwerken van één of meerdere locaties in de vorm van businesscases  en het doen van extern onderzoek, zijn extra middelen nodig. Deze worden ingeschat op € 220.000. Het voorstel is dit bedrag op te nemen in de meerjarenbegroting

 

De totale financiële gevolgen voor de uitvoering van bovenstaande moties zijn:

 

bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

2023

Uitvoering moties

 

 

 

 

 

 

Motie 10 klimaatcoaches

 

25

25

25

25

 

… dekking uit duurzaamheidsfonds

 

-25

-25

-25

-25

 

Motie 9.1 Zaans erfgoed

 

10

 

 

 

 

Motie 52 Tijdelijke huisvesting

220

 

 

 

 

 

Motie 28 realisatie openbaar toilet

 

15

15

15

15

Totaal

220

25

15

15

15

 

1.6    Besparingen

Het college en de raad hebben begin 2019 zoekrichtingen benoemd waarbinnen besparingsmaatregelen gezocht zouden worden. De zoekrichtingen zijn ingedeeld naar de acht bestuurlijke ambities van het coalitieakkoord, met uitzondering van Waardig ouder worden omdat deze ambitie geen ‘eigen’ budget heeft in de begroting, maar gerealiseerd moet worden binnen de overige begrotingsbudgetten.

 

De uitwerking heeft geresulteerd in een pakket aan maatregelen van bijna € 20 miljoen. Het college heeft hieruit een keuze gemaakt en stelt de raad voor om € 7,3 miljoen aan maatregelen over te nemen. Bij het kiezen van deze maatregelen heeft het college vooral gekeken naar de impact die de maatregel mogelijk heeft op de zes opgaven van Platform31. Het uitgangspunt daarbij is dat de maatregelen de zes opgaven niet te veel mogen belemmeren. Dit om te voorkomen dat de fysieke en maatschappelijk ontwikkeling in de stad geen doorgang meer vindt.

 

Hieronder is in een tabel samengevat bij welke zoekrichtingen het college besloten heeft besparingsmaatregelen over te nemen en voor welke bedragen. Daar waar geen bedragen zijn opgenomen heeft het college geen besparingsmaatregelen bij die zoekrichting overgenomen.

Zoekrichting (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

1. Prioritering Ruimtelijk Investeringsbudget (PRI)

-200

-200

-200

-200

-200

2. Prioritering Top 16 projecten

-

-

-

-

-

3. Prioritering Investeringsfonds

-

-

-

-

-

4. Verdienmodel gebiedsontwikkeling

-

-

-300

-1.080

-1.420

5. Verbetering kwaliteit bestaande woningen

-250

-250

-

-

-

6. Herziening parkeerbeleid incl. handhaving

-

-230

-230

-230

-230

7. Milieu (bodem)

-

-

-

-

-

 

-450

-680

-730

-1.510

-1.850

1. Aanvullende maatregelen jeugdzorg

-

-

-

-

-

2. Optimaliseren huisvesting

-1.090

-970

-210

-210

-210

3. Overlap jongerenwerk en veiligheid

-

-150

-325

-325

-325

4. Budget sportevenementen

-

-

-

-

-

5. Optimaliseren sportaccommodaties

-

-55

-55

-55

-55

 

-1.090

-1.175

-590

-590

-590

1. Bovenwettelijke taken handhaving 

-110

-185

-185

-185

-185

2. Bijdrage VRZW omlaag

-

-250

-500

-500

-500

 

-110

-435

-685

-685

-685

1. Samenwerkingsverbanden Triple Helix

-50

-50

-50

-50

-50

2. Vrijval kapitaallasten cultuurcluster

-

-500

-500

-500

-500

3. Armoedebeleid

-

-

-

-

-

4. Ondernemersloket

-30

-80

-80

-80

-80

 

-80

-630

-630

-630

-630

1. Focus duurzaamheid

-125

-275

-125

-125

-125

2. Onderhoud openbare ruimte

-165

-233

-662

-881

-563

3. Minder zelf, meer door anderen (duurzaamheid)**

-

-

-

-

-

 

-290

-508

-787

-1.006

-688

1. Budgetten wijk(management)

-

-150

-200

-200

-200

2. Aanpak Poelenburg

-

-

-

-

-

3. Differentiatie tussen wijken

-

-

-

-

-

 

-

-150

-200

-200

-200

1. Structurele onderuitputting

-550

-500

-500

-500

-500

2. Inkomsten algemeen

-

-800

-800

-800

-800

3. Burgerzaken

-

-50

-50

-50

-50

4. Bedrijfsvoeringbudgetten

-635

-425

-450

-450

-450

5. Subsidies

-

-318

-348

-378

-378

6. Verplichtingen intensiveringen 2018/2019

-150

-

-

-

-

7. Budget participatie

-

-55

-55

-55

-55

 

-1.335

-2.148

-2.203

-2.233

-2.233

 

 

A Prettig wonen

Uitgangspunt bij de maatregelen binnen prettig wonen is dat de stad niet op slot wordt gezet en het behoud van kwaliteit van wonen, leven en werken in Zaanstad. Dat kan met meer focus en gerichte inzet van ambtelijke capaciteit. Hoe doen we wat nodig is en met wie?

Door gerichter te kiezen voor projecten die concreet tot resultaten leiden en door de voorbereidingskosten van projecten via anterieure overeenkomsten bij ontwikkelaars te verhalen, kan € 0,2 miljoen bespaard worden op de zogeheten PRI-uitgaven. Het college zet ook verder in op scherpere prioritering van de projecten in de Top 16 en het Investeringsfonds, maar kiest er niet voor hier besparingen op in te boeken. Gezien de benodigde infrastructurele aanpassingen in de stad en de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen als gevolg van de groei van de stad, houdt het college de dotaties aan het Investeringsfonds in stand conform het vigerend beleid.

Daarnaast gaan we de mogelijkheden onderzoeken om hogere bijdragen van marktpartijen te ontvangen voor de kosten van bovenwijkse infrastructuur. Hiervoor is een geldende structuurvisie nodig die de onderbouwing van de financiële bijdrage legitimeert. Deze moet nog ontwikkeld worden en vervolgens ook getoetst aan de regelgeving van de Omgevingswet. Het college acht de maatregel kansrijk, maar ziet ook mogelijke obstakels. Bij de begroting 2020 hoopt het college meer duidelijkheid te kunnen geven.

Het college houdt de ambitie om de kwaliteit van woningen via funderingsherstel te verbeteren overeind. Aanloopproblemen hebben er de afgelopen periode echter voor gezorgd dat de bijdrage uit het Investeringsfonds hiervoor niet of nauwelijks nodig was. Het voorstel is de bijdrage ook in 2019 en 2020 te faseren, waardoor incidenteel € 0,5 miljoen kan vrijvallen.

Het college ziet verder mogelijkheden om de inkomsten uit parkeergelden vanaf 2020 te verhogen met € 0,2 miljoen. In Westerwatering roepen de inwoners zelf op om betaald parkeren in te voeren. Het college wil hieraan gehoor geven. Dit leidt tot € 0,03 miljoen extra inkomsten.

Op het gebied van milieu (bodem) ziet het college geen besparingsmogelijkheden, omdat dit voornamelijk uitgaven betreffen die gedekt worden uit de rijksbijdrage voor bodemsaneringen.

 

B Gezond leven

In het coalitieakkoord is een taakstelling opgenomen om structureel € 5 miljoen te besparen op de zorgkosten. Dit leidt bij de jeugdzorg al tot een flink pakket aan maatregelen. Het college zet vol in op de realisatie van deze taakstelling en op beheersingsmaatregelen om de tekorten niet verder op te laten lopen. Aanvullende maatregelen grijpen diep in op de preventieve aanpak om zwaardere zorg op een later moment te voorkomen of hebben verregaande consequenties voor de kwaliteit die geleverd kan worden (bijvoorbeeld oplopen van wachtlijsten). Het college kiest er daarom voor om bovenop het bestaande pakket aan maatregelen geen aanvullende maatregelen voor de jeugdzorg op te nemen.

De realisatie van de Domus voorziening, de opvang van zwerfjongeren en Kamers met kansen gaat onverminderd door. Wel is het zo dat de realisatie meer tijd kost dan gedacht. In het kader van reëel begroten worden de hiervoor begrote uitgaven in 2019 en 2020 naar beneden bijgesteld.

De investeringen in buurthuizen en andere locaties om de JT’s en SWT’s goed te huisvesten zijn afgerond. Hierdoor is duidelijk geworden dat de komende jaren € 0,2 miljoen bespaard kan worden op kosten voor het groot onderhoud, mobiel internet en ICT lasten.

Op het gebied van jongerenwerk en veiligheid kan effectiever gewerkt worden door vanuit gemeentebreed perspectief capaciteit en middelen gerichter en flexibeler in te zetten. Het college werkt hier een plan voor uit met een verwachte besparing van structureel € 0,3 miljoen.

Wat betreft de sport houdt het college de budgetten voor grote sportevenementen en topsport in tact. Wel gaat zij met sportverenigingen om tafel om te bespreken hoe de gemeentelijke bijdrage voor beheertaken met € 0,06 miljoen naar beneden gebracht kan worden.

 

C Veilige stad

Op het gebied van veiligheid heeft de VrZW van de deelnemende gemeenten de opdracht gekregen om € 1 miljoen te besparen. Dit levert Zaanstad een besparing op van € 0,5 miljoen. Daarnaast kan er bespaard worden op de bovenwettelijke taken door deze anders te organiseren en meer inkomsten te genereren (€ 0,15 miljoen). Het college houdt de effecten van deze besparingen nauwlettend in de gaten.

Het college kiest er bewust voor niet te besparen op activiteiten die criminaliteit en onveiligheid aan de voorkant proberen te voorkomen. Daarom wordt niet bespaard op uitgaven die verband houden met de Bibob, het Coffeeshop- en Shishaloungebeleid en de ontwikkeling van analyse- en strategie-instrumenten waardoor handhaving ook effectief en risicogericht ingezet kan worden. Wel schaalt het college de uitgaven aan de intern gemeentelijk bewustwordingscampagne Ondermijning en de meldingsbereidheidcampagne (Meld Misdaad Anoniem) af.

 

D Welvarende stad

Door het besluit om het cultuurcluster niet meer te bouwen, valt € 1,8 miljoen structureel vrij omdat de kapitaallasten vervallen. Het college stelt voor € 1,3 miljoen hiervan beschikbaar te houden voor cultuur en € 0,5 miljoen vrij te laten vallen aan de algemene dienst.  

Op het programma economie wordt structureel € 0,05 miljoen bespaard. De invulling hiervan zal dan bij de begroting 2020 nader worden geconcretiseerd, maar gedacht kan worden aan een verminderde bijdrage aan economisch onderzoek, minder beurzen bezoeken en een generieke korting op bijdragen aan de Zaanse ondernemersnetwerken. Daarnaast blijkt het Ondernemersloket in de praktijk weinig toegevoegde waarde te hebben. Door een aanspreekpunt binnen de afdeling vergunningen te organiseren, kan de gemeente structureel € 0,08 miljoen besparen.

 

E Duurzaam en groen

Op het gebied van duurzaamheid wordt meer ingezet op ondersteuning van het bedrijfsleven en de industrie, aangezien daar op dit moment de meeste winst voor het klimaat te behalen is en met steun versneld kan worden. De uitvoering van de aanpak bestaande woningvoorraad wordt getemporiseerd, terwijl de planvorming (warmtevisie etc.) wel doorgang kan vinden. Daarmee kan € 0,13 miljoen structureel bespaard worden. Daarnaast is een extra vrijval van € 0,15 miljoen mogelijk uit het duurzaamheidsfonds.

Op de onderhoudsbudgetten voor de openbare ruimte bespaart de gemeente met een aantal maatregelen. De hogere kwaliteit in onderhoud in Inverdan wordt in lijn gebracht met het onderhoudsniveau in de rest van de stad. We gaan er langer over doen om de achterstand in onderhoud terug te brengen en ook de verduurzaming van ons wagenpark wordt vertraagd ingezet. Dit laatste is verstandig omdat de huidige ontwikkelingen in de markt ook nog niet zo ver zijn dat het zonder kapitaalvernietiging of kans op desinvesteringen mogelijk is.

Door efficiëntere inzet van middelen kan € 0,1 miljoen bespaard worden op onderhoudskosten en de jaarlijkse terugkerende lasten voor gebruiksmiddelen (verzekering, wegenbelasting, kapitaalslasten).

 

F Krachtige kernen en wijken

Het Actieplan Poelenburg en Peldersveld (APP) is nu ruim twee jaar operationeel. Vanaf de start is aangegeven dat de problematiek complex is en dat alleen een integrale benadering en aanpak met lange adem tot een duurzame verbetering kan leiden. Temporiseren acht het college nu niet aan de orde; we zijn pas net begonnen. Inzet op één opgave zonder aan een andere opgaven te werken is niet effectief. De analyses die gemaakt zijn, bijvoorbeeld op het gebied van opvoeding en onderwijs, leiden tot de conclusie dat er in Poelenburg en Peldersveld geen sprake is van extra inzet van middelen maar eerder van een onderbesteding ten opzichte van de problematiek in de wijken.

Een integrale gemeentebrede aanpak, zoals dat nodig is voor Poelenburg en Peldersveld, vraagt meer flexibiliteit in de gemeentelijke organisatie en de gemeentebegroting dan van oudsher gebruikelijk is. Het college erkent dat differentiatie naar wijk of doelgroep hiervoor nodig is. Dit leidt echter alleen tot verschuiving van budgetten, niet tot besparingen. Het college is voornemens uit de Aanpak Poelenburg en Peldersveld lessen te trekken om te bekijken hoe meer differentiatie kan bijdragen aan een effectieve werkwijze.

Het wijkmanagementbudget is een budget dat voor een groot deel wordt ingezet voor incidentele, projectmatige activiteiten die zich in de loop van het jaar aandienen. Het budget kent al een aantal jaren een onderuitputting. Dit budget kan structureel met € 0,2 miljoen naar beneden bijgesteld worden. Daardoor zullen er wel scherpere keuzes gemaakt moeten worden in de initiatieven die nog door de gemeente worden ondersteund.

 

G Bereikbaar bestuur

In het kader van reëel begroten is gekeken naar de budgetten die al enige jaren niet volledig worden uitgegeven. Deze budgetten worden structureel naar beneden bijgesteld. Het gaat om leerlingenvervoer (€ 0,2 miljoen), podiumkunsten (€ 0,05miljoen), milieubeleid (€ 0,05 miljoen) en het budget dat de gemeente beschikbaar heeft voor het overnemen van hypotheken in verband met funderingsherstel bij inwoners die deze kosten niet meer kunnen dragen. hier aan wordt in de praktijk niet meer dan € 0,05 miljoen per jaar uitgegeven, waardoor de begroting met € 0,15 miljoen naar beneden bijgesteld kan worden.

Daarnaast is gekeken naar budgetten die vorig jaar extra zijn toegevoegd maar in 2019 nog niet volledig worden uitgeven. Deze budgetten vallen incidenteel vrij. Het gaat om extra middelen voor verduurzaming die nog niet volledig worden uitgegeven (€ 0,1 miljoen) omdat het beleid hiervoor nog opgesteld moet worden. En € 0,05 miljoen voor extra capaciteit, waarvoor de werving inmiddels is gestart maar de vacature nog niet is ingevuld.

Wat betreft het verhogen van de inkomsten is de gemeente voornemens een retributie op de Zaanse Schans te gaan heffen. Hierdoor kan de gemeente structureel € 0,8 miljoen extra inkomsten genereren, bestemd voor het dekken van structurele uitgaven die de gemeente nu op de Zaanse Schans doet. Daarnaast is geconstateerd dat de gemeente al een aantal jaren achtereen € 0,05 miljoen meer aan precario belasting ontvangt dan begroot. De begroting wordt hier structureel op bijgesteld.

Op de bedrijfsvoeringbudgetten wordt structureel € 0,4 miljoen bespaard op de uitgaven aan ICT, de huur van externe vergaderlocaties en de clustering van uitgaande brieven. Relatief kleine besparingen vinden plaats door het geven van geschenken aan relaties te beperken en kosten aan de Dam tot Dam loop te beperken. Het college gaat met de organisatie van de Dam tot Damloop in overleg over een tegemoetkoming in de inschrijfkosten van gemeentelijk personeel. Tot slot wordt de invulling van enkele vacatures bewust een jaar uitgesteld wat leidt tot een incidentele vrijval van € 0,3 miljoen in 2019.

Nu de gemeente fors moet besparen kan dat niet zonder gevolgen blijven voor de door de gemeente gesubsidieerde instellingen. Het college is van mening dat ook deze organisaties kunnen bijdragen aan de financiële opgave. Daarom wordt in 2020 geen compensatie voor de loon- en prijsstijgingen gegeven. De instellingen dragen zodoende gezamenlijk € 0,3 miljoen structureel bij.

Tot slot ziet het college ook voor het raadsbudget ‘echte burgerparticipatie’ besparingsmogelijkheden door dit budget te halveren naar € 0,055 miljoen. Er blijft ruimte beschikbaar om - op basis van de evaluatie - het project ‘echte burgerparticipatie’ een vervolg te geven.

ga terug