Portefeuillehouder(s): Groothuismink, Krieger, Mutluer, Ram
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
Zaanstad staat voor grote ruimtelijke uitdagingen. We willen prettig kunnen samenleven in een welvarende, ondernemende, duurzame, bereikbare en veilige stad. Maar hoe realiseren we onze forse woningbouwopgave en houden we een leefbare stad met passende maatschappelijke voorzieningen als de ruimte steeds schaarser wordt? We willen investeren in duurzaamheid en milieumaatregelen om de leefomgeving beter te beschermen, maar hoe houden we de stad schoon en tegelijk goed bereikbaar? We willen het eigen karakter van Zaanstad beschermen en versterken, maar kunnen we onze kansen nog effectiever benutten? Ruimtelijke ontwikkeling gaat om het leggen van een duurzame verbinding tussen de verbetering van de fysieke omgeving en een integrale aanpak van maatschappelijke en economische opgaven. Voor het realiseren van bovenstaande opgaven is het samenwerken met vele verschillende partners in de stad noodzakelijk. |
Voortgang 2019
Regionale samenwerking
Op bovenlokale opgaven zoals de energietransitie, klimaat, landschap en bereikbaarheid is samenwerking noodzakelijk. Zaanstad levert een belangrijke bijdrage, zowel ambtelijk als bestuurlijk, aan verschillende programma's en projecten in de Metropoolregio Amsterdam en in de deelregio Zaanstreek-Waterland. Ook de samenwerking met de provincie Noord-Holland wordt wederzijds gezocht door onder andere actief mee te denken in elkaars omgevingsvisies, omgevingsverordeningen en op het gebied van knooppuntontwikkeling. Dit doet Zaanstad individueel en als onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam en de deelregio Zaanstreek Waterland.
Omgevingswet
De implementatie van de Omgevingswet ligt voor het juridische deel op koers. Wetgeving is recentelijk (maart 2019) via de Tweede Kamer gewijzigd ten behoeve van de uitgebreide vergunningsprocedure. De rol van de gemeenteraad bij afwijkvergunningen is tevens versterkt. Hiermee wordt meer aangesloten bij de huidige praktijk. in 2019 gaat de eerste tranche van de Zaanse Verordening van de fysieke leefomgeving in werking treden en hiermee wordt de tweede fase van de Zaanse Omgevingsvisie afgesloten.
Inherent verbonden met de wetgeving is de aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dit traject staat onder grote druk. Zaanstad trekt in G40 verband op met andere gemeenten met als doelstelling de gemeentelijke dienstverlening op het huidige niveau en de kosten beheersbaar te houden. De Nederlandse gemeenten naderen een kritiek punt (medio 2019) in verband met de zorgvuldige aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Zaanstad is koploper op het gebied van de aanpak van diffuus lood in de bodem op zowel beleidsmatig gebied alsook de aanpak van diffuus lood in de bodem door onderzoek en sanering. Voortvarend is de verbinding tussen stedelijke ontwikkeling en ondergrond door de integratie van bodem en andere ondergrondthema's (kabels en leidingen, bodemwarmte, bodemverontreiniging, stedelijk waterbeheer, klimaatadaptatie, funderingen en bomen) in het proces om te komen tot de Zaanse Omgevingsvisie.
Voor de actualisatie van het actieplan luchtkwaliteit, sluit de gemeente aan bij het proces van het Schone Lucht Akkoord van het Rijk.
Ontwikkeling van woningbouwplannen
In de crisisperiode was Zaanstad (nog) niet direct in beeld bij investeerders. Zaanstad had weinig plannen ‘op de plank’ liggen die meteen uitgerold konden worden, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdam. In de periode 2014-2017 is daarom vooral ingezet op het uitrollen van de rode loper en het faciliteren van nieuwe initiatieven. De ontwikkeling van woningbouwplannen heeft daarom pas een aantal jaren terug een vlucht genomen. Doordat binnenstedelijke woningbouwontwikkeling lange doorlooptijden heeft van soms wel 5 tot 7 jaar plukken we hier pas vanaf 2020 de vruchten van. Nieuwe woningen worden gasloos opgeleverd. Nieuw opgeleverde woningen moeten vanaf eind februari voldoen aan de aangescherpte energieprestatie coëfficiënt (EPC) van <0.2.
Met MAAK.Zaanstad worden de twee Perspectieven voor MAAK.gebied Centrum-Oost en MAAK.Kogerveld in besluitvorming gebracht. Met deze twee Perspectieven kunnen de ontwikkellocaties in Centrum-Oost, namelijk de Peperstraat, De Burcht en de Touwslagerstraat gestart worden. In Kogerveld kunnen de ontwikkellocaties van Kan Palen, Touwen en de Slachthuisbuurt gestart worden. De kogelfabriek op het Hembrugterrein project "De Hem" genaamd, zal worden ontwikkeld tot een culturele hotspot. In gebied MAAK.Noord worden de eerste stappen gezet om de locatie Meneba nieuw leven in te blazen.
Sturen op voortgang
Het college van B&W ziet erop toe dat planningen permanent worden bewaakt en dat er bij stagnatie escalatie plaats vindt naar het bestuurlijk niveau. Van belang voor een hoog slagingspercentage is namelijk dat de voortgang van projecten actief wordt bewaakt, zowel wat betreft de te verrichten gemeentelijke activiteiten (publiek en privaat) als de contractueel met marktpartijen overeengekomen mijlpalen.
Uniform plansysteem
Naast de voortgang van projecten op de korte termijn wordt er gewerkt aan het stroomlijnen van
werkprocessen. Het uniforme planningssysteem maakt het mogelijk om stappen te zetten in het verder aanscherpen van en alert zijn op doorlooptijden.
Bestemmen, Vergunnen en Coördineren
De inzet is erop gericht om een groot deel van de plancapaciteit in de komende 4 jaar te ‘verharden’ en ‘te vergunnen’. De prioriteit voor de komende twee jaar ligt bij de Top 16. De Top 16 maakt ongeveer 55% uit van de beschikbare (harde en zachte) plancapaciteit. De opgave op korte termijn is daarom de zachte plancapaciteit te verharden (c.q. bestemmen). Voor 4 projecten uit de Top 16 heeft de Raad inmiddels een bestemmingsplan vastgesteld: Hembrugterrein, Kreekrijk, Zaans Pijl en Burano. Waarbij voor Burano ook de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden. Deze groep projecten omvat 2.250 woningen waar op korte termijn gestart wordt of al is gestart. Voor 2019 staan 8 bestemmingsplannen op de rol om vastgesteld te worden: Zaanse Helden, Gouwpark, Oostzijderpark, Bannehoven, Verkade, Poelenburg Oost, Houthavenkade, Noordeinde. Hiervan zal daar waar mogelijk het plan via een gecoördineerd besluit lopen (bestemmingsplan plus omgevingsvergunning). Deze groep projecten omvat 2.700 woningen, waarvan de start bouw in 2020 of 2021 reëel is. Een ander belangrijk bestemmingsplan is die voor het Centrum Zaandam waarin een aantal ontwikkelingen in de actualisering worden meegenomen.
Kwaliteit bestaande woningvoorraad
In 2019 zijn bijna alle risicopanden in Zaanstad opgenomen in het monitoringsprogramma. Hierbij wordt nog meer ingezet op het geven van vroegtijdige informatie en monitoring van het zakkingsgedrag van de duizenden oude woningen met een risicovolle fundering. Ook wordt het verleidelijker gemaakt om eerder te starten met funderingsherstel door het combineren met duurzaamheidsmaatregelen te subsidiëren. Om te zorgen dat meer woningeigenaren met een inkomensprobleem gebruik kunnen maken van het landelijk Fonds Funderingsherstel komt er een aanpassing op de regels en inzet van het landelijk fonds.
Woonvisie en uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024
Het college en raad zullen voor de zomer van 2019 besluiten over de actualisatie van het Zaans Mozaïek en de uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024. In het uitvoeringsprogramma zullen thema’s als de woningbouwproductie, betaalbare voorraad, kwaliteit bestaande woningvoorraad, stedelijke vernieuwing en wonen en zorg geagendeerd worden.
Vooruitblik 2020 - 2023
De gemeente Zaanstad heeft zichzelf tot doel gesteld om eind 2020 de Omgevingsvisie te presenteren. Er is een toenemende aandacht voor het klimaat en de verbinding van de stedelijke opgaven met de ondergrond. Momenteel bevindt het proces zich in de 2e fase en hiermee wordt naar alle waarschijnlijkheid eind 2020 de Omgevingsvisie vastgesteld.
Ondanks de voorspelde groei van het aantal huishoudens in Zaanstad en de Metropoolregio Amsterdam is de realisatie van het aantal woningen mede afhankelijk van de marktomstandigheden. Wanneer door een mogelijke volgende crisis vraaguitval ontstaat, zal dat onherroepelijk effect hebben op de woningbouw. Het meteen kunnen uitrollen van plannen wanneer het vervolgens beter gaat is de opgave.
Voor de groei van MAAK.Zaanstad zijn infrastructurele maatregelen noodzakelijk. Zaanstad groeit naar 200.000 inwoners en de komende decennia moet ingezet worden op een verbeterde bereikbaarheid voor alle modaliteiten, waarbij een differentiatie ontstaat tussen delen van de stad. Dat vraagt ook forse investeringen van Zaanstad zelf. De verstedelijking brengt met zich mee dat het aandeel openbaar vervoer ten opzichte van de totale mobiliteit moet toenemen. Een voorbeeld hiervan is een hoogwaardige OV-verbinding langs de noordelijke IJ-oever, die Amsterdam-Noord verbindt met de Achtersluispolder.
Met MAAK.Zaanstad wordt kwaliteit aan de stad toegevoegd. Met het opstellen van de Analyse, Perspectief en Strategie voor de vier MAAK.gebieden komt een heldere toekomstvisie voor het gebied tot stand waarbij naast wonen, ook de kwaliteit van leren, werken en leven centraal staat. Daarbij zetten we in op meer diversiteit in het woningaanbod zodat Zaankanters gemakkelijker wooncarrière kunnen maken. In de komende jaren zullen de Perspectieven inzichten bieden in wat we in de gebieden willen bereiken gevolgd door een uitvoeringsstrategie.
De woningbouwcorporaties zijn voor een deel verantwoordelijk voor de woningproductie. Wanneer de investeringscapaciteit van de woningcorporaties niet zal worden vergroot, is het de vraag of corporaties kunnen zorgen voor zowel betaalbare en duurzame woningen als nieuwe woningen. Hiervoor heeft het Rijk een belangrijke sleutel in handen, namelijk de verhuurdersheffing.
Een blijvende druk op de woningmarkt en verder toenemende huizenprijzen zorgt voor druk op de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de woningmarkt voor steeds meer huishoudens met een laag en middeninkomen. Verdere regulering kan daarom niet worden uitgesloten. Hierbij valt te denken aan de aanpak van toeristische verhuur, woningsplitsing, zelfbewoning en de inzet van de ‘noodknop’ waarbij gemeenten aan de hand van een lokaal te bepalen percentage van de WOZ kunnen voorkomen dat er excessief hoge huren gevraagd worden.
In Nederland staan de klimaataanpak en de internationale afspraken daaromtrent centraal. Voor Zaanstad zal een warmtetransitievisie plan worden opgesteld waaruit duidelijker moet worden wat dit betekent voor de bestaande woningvoorraad. Ook al is nog niet duidelijk waar de zoektocht naar alternatieven toe leidt, voor alle woningen geldt dat deze alvast ‘aardgasvrij-klaar’ gemaakt moeten worden. Dat betekent in ieder geval dat het energiegebruik moet dalen. Daarom heeft Zaanstad de energieprestatiecoefficiënt (EPC) voor nieuwbouwwoningen verder aangescherpt. We zetten daarbij voorlopig in op het stimuleren van deze ‘no regret’ – maatregelen. Ook zal de lokale duurzame opwekking van elektriciteit gaan stijgen, onder meer door het installeren van zonnepanelen.
Woningeigenaren worden steeds vaker geconfronteerd met de noodzaak om vanuit verschillende aanleidingen te investeren in de eigen woning. Denk daarbij aan de funderingsproblematiek, het verduurzamen (aardgasloos), levensloopbestendig maken en in uitzonderlijke gevallen zelfs saneren van de bodem en asbest onder of in hun eigen woning. Het totaal aan benodigde investeringen maakt echter dat ook andere oplossingen in beeld moeten komen. Er wordt onderzocht in hoeverre een versnelling in de funderingsaanpak en verduurzaming bereikt kan worden door een model te ontwikkelen voor sloop-nieuwbouw. Dit kan worden gezien als stedelijke vernieuwing op kleinere schaal in buurten en wijken welke Zaanstad met partners als pilot betaalbare vervangende nieuwbouw gaan onderzoeken.